Koninklijke Stallen

Het departement werd in 1815 door Koning Willem I opgericht. Ruim zestig jaar later werd het huidige gebouw aan de Hogewal in Den Haag in gebruik genomen. Het ligt op het terrein van Paleis Noordeinde. In de zomer zijn de Koninklijke stallen enkele weken opengesteld voor het publiek.

Geschiedenis

Toen het Koninklijk Staldepartement werd opgericht, bevonden de gebouwen zich op drie locaties in de stad. Onhandig, dus werden ontwerpen voor een nieuw stallencomplex gemaakt. Pas onder Koning Willem III kwam het er van. Het ontwerp van H.P. Vogel werd uiteindelijk uitgevoerd in de tuin van Paleis Noordeinde. Op verzoek van de koning werden tijdens de bouw nog wel ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. Het resultaat was een voor die tijd zeer modern stalgebouw. Er kwamen onder andere een koetshuis, binnenmanege, stallen, tuigenkamers, een zadelkamer en ruimtes voor het personeel.

Door de komst van de auto moest het stallencomplex in de loop der jaren flink worden aangepast. Vroeger was er plek voor 94 paarden, tegenwoordig staan er gemiddeld 32 op stal, waarvan 8 rijpaarden en 24 koetspaarden. In het koetshuis beheert het Koninklijk Staldepartement een bijzondere collectie rijtuigen, ongeveer 70 stuks, waaronder de Glazen Koets, de Gouden Koets, de Crème Calèche en diverse galaberlines en landauers.