Geschiedenis van de archiefvormer
Albertine Agnes, prinses van Oranje, gravin van Nassau, was het zesde kind van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Zij werd in Den Haag geboren op 9 april 1634 en groeide op aan het vorstelijk hof van haar ouders, waar zij in aanraking kwam met kunst en cultuur. De ambities van haar ouders om hun kinderen uit te huwelijken aan telgen van hogere vorstenhuizen moesten na de dood van Frederik Hendrik (1647) en Willem II (1650) worden bijgesteld. Zo huwde Albertine Agnes uit dynastieke overwegingen met haar Friese neef Willem Frederik. De feestelijke en kostbare bruiloft vond plaats te Kleef, waar het begaafdste lid van de familie, graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, stadhouder voor de keurvorst van Brandenburg was.
Uit haar huwelijk met Willem Frederik werden drie kinderen geboren, waarvan er één op jeugdige leeftijd overleed. Na het overlijden van haar man kreeg Albertine Agnes de voogdij over haar kinderen en nam zij het stadhouderschap tot 1677 waar voor haar in 1657 geboren zoon Hendrik Casimir II. Ook bestuurde zij de Duitse bezittingen.
Het vorstendom Nassau-Diez dat haar als weduwgoed was toegewezen had haar grote belangstelling. Daar bouwde zij vanaf 1671 in de traditie van haar ouders en zusters een lustslot, dat de naam `Oranienstein' kreeg. Ook in Friesland, waar het bezit van grond voor de stadhouders aan grote beperkingen onderhevig was, kocht zij in 1676 een buitenplaats onder Heerenveen, waaraan zij de naam Oranjewoud gaf. Aldaar overleed Albertine Agnes op 24 mei 1696. Haar stoffelijk overschot werd bijgezet in de Grote Kerk te Leeuwarden.
Albertine Agnes bleef haar hele leven innige contacten met haar zusters onderhouden. Alleen Henriette Catharina, gehuwd met de vorst van Anhalt-Dessau, overleefde haar. Een dochter van deze Henriette Amalia zou Albertines enige zoon Hendrik Casimir II in 1683 huwen. Daardoor werden de takken Nassau-Diez en Oranje-Nassau nog sterker met elkaar verbonden.
M. Bruggeman m.m.v. A.P. van Nienes