Sinds 2 september 2016 zijn ruim 3.500 brieven van de zeventiende-eeuwse Hollandse en Friese stadhoudersvrouwen voor iedereen toegankelijk via de portal van Early Modern Letters Online. Een vruchtbare samenwerking tussen Oxford University's Cultures of Knowledge, het Huygens ING en Koninklijke Verzamelingen heeft geleid tot een prachtig resultaat waarin de gedigitaliseerde brieven raadpleegbaar zijn op WEMLO (Women Early Modern Letters Online). Ook het doorzoeken van de metadata is mogelijk gemaakt. De lancering van de online brieven en daarbij een speciaal samengestelde virtuele tentoonstelling vindt plaats in het Koninklijk Paleis Amsterdam rondom een mini-symposium ‘De Macht van de Brief’.

 
introBrievenMacht
 
 

Invloedrijke vrouwen

Onderstaande brieven van Amalia van Solms, Albertine Agnes van Oranje-Nassau, Maria Stuart 'I' en Maria Stuart 'II' geven een aardige illustratie van hoe de stadhoudersvrouwen hun invloed gebruikten om de positie van hun nageslacht veilig te stellen als toekomstige stadhouders. Ofschoon zij formeel geen politieke macht bezaten, wisten zij via hun contacten met staatslieden, gezanten en andere vorstenhuizen de positie van het stadhouderschap en het Huis Oranje-Nassau te bevestigen en te versterken.

brief Maria I Stuart

Brief van Maria Stuart 'I'

De echtgenote van stadhouder Willem II, Maria Stuart 'I', bedankte de Staten van Zeeland voor hun blijk van genegenheid voor haar zoon Willem, vastgelegd in de resolutie van zeven augustus 1660. Maar bovenal was haar intentie in deze uitvoerige brief om de positie van haar zoon Willem als toekomstige stadhouder bij de Staten van Zeeland te versterken. Zij schreef dat Willem goed was voorbereid om in de voetsporen van zijn voorvaderen te treden. Hij zou zich dienstbaar maken voor de staat en in het bijzonder voor de provincies. Ook verwees zij naar haar goede relatie met haar broer, de koning van Engeland. De positieve resolutie van Zeeland kon zij onder zijn aandacht brengen en dat zou zeker zijn vruchten afwerpen voor Zeeland. Om dit extra te benadrukken reisde zij niet via Frankrijk naar Engeland, maar via Zeeland. Zodoende werd Willem in de gelegenheid gesteld om de Staten van Zeeland te bedanken voor hun genegenheid. Pas in 1672 kwam er een einde aan het Eerste Stadhouderloze Tijdperk en trad Willem III daadwerkelijk aan als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.

Honselaarsdijk, 13 augustus 1660

Brief van Amalia van Solms

Hendrik Casimir was zeven jaar oud toen hij deze brief van zijn grootmoeder ontving. Zijn oma Amalia van Solms gaf hem hierin goede adviezen zodat hij op zou groeien tot een waardige prins. Hij moest zijn ouders respecteren en gehoorzamen. Ook spoorde ze hem aan veel kennis op te doen en 'heroïsche deugden' te ontwikkelen. Een halfjaar later overleed zijn vader stadhouder Willem Frederik en zou Hendrik Casimir hem opvolgen als stadhouder van Groningen en Friesland. Maar omdat hij op dat moment nog te jong was om te regeren, werd zijn moeder Albertine Agnes (dochter van Amalia) regentes. Tussen moeder en dochter ontstond echter enige rivaliteit omdat Amalia de positie van haar minderjarige kleinzoon, de latere koning-stadhouder Willem III, probeerde te versterken. Albertine Agnes was zich ervan bewust dat de positie van haar zwakke zoon Hendrik Casimir bedreigd zou kunnen worden door zijn neef prins Willem III. Zij waakte dan ook nauwlettend over de belangen van haar zoon Hendrik Casimir.

Den Haag, 24 februari 1664

brief Amalia Solms
brief Albertine Agnes

Brief van Albertine Agnes

Toen Albertine Agnes van Oranje-Nassau in 1664 weduwe werd, schreef zij een brief aan de Staten van Stad en Lande van Groningen. In deze brief verzocht zij om een landdag, een vergadering van de vertegenwoordigers in de Staten, bijeen te roepen. Het doel van deze bijeenkomst was om haar positie en die van haar zoon Hendrik Casimir veilig te stellen na het overlijden van haar echtgenoot Willem Frederik op 31 oktober 1664. Willem Frederik had in Friesland al een dergelijke landdag bijeengeroepen om zijn eigen positie sterker te maken. In haar brief verwees Albertine Agnes ook naar deze landdag van de Staten van Friesland. Albertine Agnes was afhankelijk van de Staten en schreef daarom haar brief in een uiterst beleefde en bijna nederige vorm. Zo begon ze haar brief met ‘Edel Moogende heeren besondere goede Vrienden’.

Leeuwarden, 3 december 1664

Brief van Maria Stuart 'II'

De echtgenote van koning-stadhouder Willem III, Maria Stuart 'II', schreef een dankbrief aan de Spaanse koning Karel II voor zijn medeleven bij het overlijden van haar oom Karel II, koning van Engeland. In deze brief bedankte zij hem ook voor zijn felicitaties bij de troonsbestijging van haar vader Jacobus II. Dit is opmerkelijk omdat zij als fervent protestantse later bij de Glorious Revolution, samen met haar echtgenoot koning-stadhouder Willem III, haar katholieke vader van de troon stootte. Op de brief zien we dat Maria Stuart de brief schreef vanuit het jachtslot "Oude Loo”. Stadhouder Willem III kocht in 1684 dit jachtslot "Het Loo", in de periode daarna werd met de bouw van het huidige Paleis Het Loo begonnen.

Het Loo, 1 oktober 1685

brief maria II stuart